Willem II (Rufus)
Geschiedenissen van Normandisch Engeland zijn meestal gericht op Willem I, beter bekend als de Veroveraar, of zijn jongste zoon, die later Hendrik I werd. Toch zijn het leven en de beproevingen van zijn gekozen opvolger, favoriete zoon en naamgenoot Willem II relatief genegeerd gebleven.
De bekendste discussies over William Rufus gaan over zijn seksualiteit; hij is nooit getrouwd en heeft nooit wettige of onwettige erfgenamen voortgebracht. Dit leidde ertoe dat velen in die tijd en ook meer recentelijk zijn seksualiteit in twijfel trokken. Het is een veel voorkomend twistpunt geweest, waarbij sommigen suggereerden dat hij homoseksueel was, aangezien er geen aanwijzingen waren dat hij impotent of onvruchtbaar was. Zijn meest voorkomendeadviseur en vriend Ranulf Flambard, die in 1099 tot bisschop van Durham werd benoemd, werd vaak genoemd als Willems meest voor de hand liggende en regelmatige seksuele partner. Dat gezegd hebbende, is er weinig of geen bewijs dat Flambard homoseksueel was, behalve dat hij veel tijd met Willem doorbracht en dat Willem zich omringde met 'aantrekkelijke' mannen.
Het debat over Williams seksualiteit is al met al een zinloos debat, met weinig bewijs om beide kanten van de discussie te ondersteunen. Deze beschuldigingen van sodomie zouden echter bijzonder gunstig zijn geweest voor een kerk die diep verontwaardigd en overstuur was door Willems heerschappij.
Willem II had een verstoorde relatie met de kerk omdat hij vaak bisschopsfuncties leeg hield, zodat hij zich hun inkomsten kon toe-eigenen. De relaties waren vooral slecht met de nieuwe aartsbisschop van Canterbury, Anselm, die zich zo gekrenkt voelde door Willems bewind dat hij uiteindelijk in ballingschap ging en in 1097 de hulp en het advies inriep van paus Urbanus II. Urbanus onderhandelde en de kwestie werd opgelost metWillem, maar Anselm bleef in ballingschap tot het einde van Willems regeerperiode in 1100. Dit bood Willem een kans, die hij dankbaar greep. Door Anselms ballingschap bleven de inkomsten van de aartsbisschop van Canterbury vacant; Willem kon deze fondsen dus opeisen tot het einde van zijn regeerperiode.
Zie ook: Cartimandua (Cartismandua)Waar het Willem ontbrak aan respect en steun van de kerk, had hij die zeker wel van het leger. Hij was een uitmuntend tacticus en militair leider die begreep hoe belangrijk loyaliteit van zijn leger was, want Normandische heren hadden ongetwijfeld een neiging tot opstanden en rebellie! Hoewel hij de wereldlijke ambities van zijn edelen niet met succes kon bedwingen, gebruikte hij wel geweld om ze binnen de perken te houden.lijn.
In 1095 kwam de graaf van Northumbria, Robert de Mowbray, in opstand en weigerde een vergadering van edelen bij te wonen. Willem verzamelde een leger en trok het veld op; hij verpletterde met succes de troepen van de Mowbray en nam hem gevangen en nam zijn landerijen en landgoederen in beslag.
Zie ook: Kathedralen in Groot-BrittanniëWillem bracht ook op effectieve wijze een Schots koninkrijk op de been dat hem voortdurend vijandig gezind was. Malcolm III, koning van Schotland, viel Willems koninkrijk bij verschillende gelegenheden binnen, het meest in het bijzonder in 1091 toen hij door Willems troepen werd verslagen en gedwongen werd hulde te brengen aan Willem en hem als opperheer te erkennen. Later in 1093 zond een leger van Willem, onder het bevel van de latereDe gevangen genomen de Mowbray versloeg Malcolm met succes in de Slag bij Alnwick; dit resulteerde in de dood van Malcolm en zijn zoon Edward. Deze overwinningen waren een bijzonder goed resultaat voor Willem; het gooide Schotland in een opvolgingsconflict en wanorde, waardoor hij controle kon krijgen over een voorheen gebroken en problematische regio. Deze controle kwam door de lang behouden Normandische traditie vanDe bouw van kastelen, bijvoorbeeld het kasteel van Carlisle in 1092, bracht de Schotse gebieden Westmoreland en Cumberland onder Engels gezag.
De laatste gebeurtenis waar de regering van Willem II om herinnerd wordt, is bijna net zo veelbesproken als zijn vermeende homoseksualiteit: zijn dood. Tijdens een jachtexpeditie in het New Forest met zijn broer Henry en vele anderen, doorboorde een pijl de borst van Willem en drong zijn longen binnen. Hij stierf niet lang daarna. Er is beweerd dat zijn dood een moordcomplot was van zijn broer Henry, die niet lang na zijnna de dood van zijn oudere broer, racete om tot koning gekroond te worden voordat iemand hem kon betwisten.
De vermeende moordenaar Walter Tirel vluchtte na het incident naar Frankrijk, wat door commentatoren in de loop der tijd is gezien als een schuldbekentenis. Toch was jagen in die tijd geen bijzonder veilige of goed beheerde sport, jachtongelukken kwamen vaak voor en waren vaak fataal. Tirels vlucht zou heel goed gewoon het feit kunnen zijn geweest dat hij, zelfs al was het per ongeluk, de koning van Engeland had gedood. InBovendien werd broedermoord beschouwd als een enorm goddeloze daad en een bijzonder gruwelijke misdaad die Henry's heerschappij vanaf het begin zou hebben ondermijnd als er ook maar een gerucht hierover in het land was opgekomen. De waarheid is dat, net als de geruchten en discussies over Williams seksualiteit, zijn dood waarschijnlijk een mysterie is en zal blijven.
Willem II was duidelijk een heerser die verdeeldheid zaaide, maar hij breidde met succes de Normandische controle uit over Engeland, Schotland en, iets minder succesvol, langs de grens met Wales. Hij herstelde effectief de vrede in Normandië en zorgde voor een redelijk ordelijk bewind in Engeland. Al met al is Willem afgeschilderd als een wrede en kwaadaardige heerser, die vaker wel dan niet toegaf aan zijn ondeugden. Toch is het voorDeze veronderstelde valkuilen, hij was duidelijk een effectieve heerser wiens imago misschien wel is vertekend door de vijanden die hij in die tijd maakte.
Thomas Cripps bezocht vanaf 2012 de School of Oriental and African Studies en studeerde geschiedenis. Sindsdien heeft hij zijn historische studies voortgezet en zijn eigen bedrijf opgezet als schrijver, academisch redacteur en tutor.