Het bloedbad van Peterloo
Niet Waterloo maar Peterloo!
Engeland is geen land van frequente revoluties; sommigen zeggen dat dit komt omdat ons weer niet bevorderlijk is voor marsen en rellen in de buitenlucht.
Maar, weer of geen weer, in het begin van de 19e eeuw begonnen werkende mannen op straat te demonstreren en veranderingen in hun werkende leven te eisen.
In maart 1817 vertrokken zeshonderd arbeiders vanuit de noordelijke stad Manchester om naar Londen te marcheren. Deze demonstranten werden bekend als de 'Blanketeers', omdat ze allemaal een deken bij zich droegen. De deken werd gedragen voor de warmte tijdens de lange nachten onderweg.
Slechts één 'Blanketeer' slaagde erin Londen te bereiken, omdat de leiders gevangen werden gezet en de 'rank and file' zich snel verspreidde.
In hetzelfde jaar leidde Jeremiah Brandreth tweehonderd arbeiders uit Derbyshire naar Nottingham om, zo zei hij, deel te nemen aan een algemene opstand. Dit was geen succes en drie van de leiders werden geëxecuteerd wegens verraad.
Maar in 1819 vond er in Manchester op St. Peter's Fields een serieuzere demonstratie plaats.
Op die dag in augustus, de 16e, hield een grote groep mensen, naar schatting zo'n 60.000 in getal, een bijeenkomst op St. Peter's Fields. Hun belangrijkste eis was een stem in het parlement, want in die tijd was het industriële noorden slecht vertegenwoordigd. In het begin van de 19e eeuw had slechts 2% van de Britten stemrecht.
De magistraten van die dag werden gealarmeerd door de omvang van de bijeenkomst en lieten de belangrijkste sprekers arresteren.
In een poging het bevel op te volgen viel de Manchester and Salford Yeomanry (amateurcavalerie die gebruikt werd voor binnenlandse verdediging en om de openbare orde te handhaven) op de menigte in, waarbij ze een vrouw neersloegen en een kind doodden. Henry 'Orator' Hunt, een radicale spreker en opruier uit die tijd werd uiteindelijk gearresteerd.
De 15e The King's Hussars, een cavalerieregiment van het reguliere Britse leger, werden toen opgeroepen om de demonstranten uiteen te drijven. Met getrokken sabels vielen ze de massale bijeenkomst aan en in de algemene paniek en chaos die volgden, werden elf mensen gedood en ongeveer zeshonderd gewond.
Manchester Yeomanry chargeert bij Peterloo
Dit werd bekend als het 'Peterloo bloedbad'. De naam Peterloo verscheen voor het eerst in een plaatselijke krant in Manchester een paar dagen na het bloedbad. De naam was bedoeld om de spot te drijven met de soldaten die ongewapende burgers aanvielen en doodden, door ze te vergelijken met de helden die kort daarvoor hadden gevochten en waren teruggekeerd van het slagveld van Waterloo.
Het 'bloedbad' wekte grote publieke verontwaardiging op, maar de toenmalige regering stond achter de magistraten en nam in 1819 een nieuwe wet aan, de zogenaamde Six Acts, om toekomstige onrust onder controle te houden.
De Six Acts waren niet populair; ze consolideerden de wetten tegen verdere onlusten, die volgens de toenmalige magistraten een voorbode waren van een revolutie!
De mensen zagen deze Six Acts met verontrusting aan, omdat ze het mogelijk maakten dat elk huis zonder huiszoekingsbevel kon worden doorzocht op verdenking van het bezit van vuurwapens en openbare bijeenkomsten werden vrijwel verboden.
Tijdschriften werden zo zwaar belast dat ze buiten het bereik van de armere klassen kwamen en de magistraten kregen de bevoegdheid om alle literatuur die als opruiend of godslasterlijk werd beschouwd in beslag te nemen.
De Six Acts gaven aanleiding tot een wanhopige reactie en een man genaamd Arthur Thistlewood plande wat bekend zou worden als de Cato Street samenzwering....de moord op verschillende ministers van het kabinet tijdens een diner.
De samenzwering mislukte omdat een van de samenzweerders een spion was en zijn meesters, de ministers, op de hoogte bracht van het complot.
Thislewood werd gepakt, schuldig bevonden aan hoogverraad en in 1820 opgehangen.
Het proces en de executie van Thistlewood vormden het sluitstuk van een lange reeks confrontaties tussen de regering en wanhopige demonstranten, maar de algemene opinie was dat de regering te ver was gegaan door 'Peterloo' toe te juichen en de Six Acts goed te keuren.
Zie ook: De Tolpuddle MartelarenUiteindelijk daalde een meer nuchtere stemming over het land en de revolutionaire koorts doofde uiteindelijk uit.
Zie ook: De geschiedenis van HogmanayTegenwoordig wordt echter algemeen erkend dat de Peter Massacre de weg vrijmaakte voor de Great Reform Act van 1832, die nieuwe zetels in het parlement creëerde, veel in de industriesteden van Noord-Engeland. Een belangrijke stap om gewone mensen stemrecht te geven!